ISO-Waarde.
Licht op de sensor, dat is eigenlijk het allerbelangrijkste want als er geen licht is kan er ook geen foto gemaakt worden. Daarom is het ontzettend belangrijk dat de instellingen omtrent het licht perfect worden ingesteld. Nou moeten de instellingen natuurlijk bij elk soort foto weer veranderd worden. De digitale fotografie begint bij de fotocellen in de sensor van de camera die elk een bepaalde spanning krijgen door de hoeveelheid licht die erop valt. Het patroon van miljoenen elektrisch geladen deeltjes maken het beeld. Oftewel: de sensor heeft een bepaalde lichtkwaliteit nodig op een goed leesbaar beeld te maken. Op de camera kan dan dus ook de lichtgevoeligheid worden aangepast. De sensor is één van de drie belangrijkste onderdelen van de lichthoeveelheid.
ISO staat voor International Organization of Standardization. Soms wordt de ISO ook wel ASA genoemd, dat is namelijk de ouderwetse benaming. DIN is een andere benaming voor de ISO-waarde alleen werkt die anders en heeft een andere schaal. ISO-waarde geeft aan hoe gevoelig de sensor reageert op het licht dat door de lens op de sensor valt. Bij een lage waarde van ongeveer 50 duurt het langer om een foto te maken dan met een ISO-waarde van 800. Maar hoe lang het duurt om een foto te maken hangt ook af van de hoeveelheid licht en de diafragma.
Bij elke camera zijn de stops voor de ISO-waarde anders. Dit hangt af van de kwaliteit van de camera. Heb je een eenvoudige camera dan zullen de stappen tussen twee verschillende stops veel groter zijn dan een hele goede (vaak dure) camera. Met een betere camera kun je dus veel meer met de ISO waarde spelen en heb je meer mogelijkheden en kun je je foto nog preciezer naar je hand zetten.
Spelen met de ISO-waarde is ook ideaal voor als er een foto gemaakt moet worden in een omgeving waar geen flitser gebruikt kan worden, zoals bijvoorbeeld in een donkere kerk. In zo’n geval zal je je ISO waarde moeten verhogen zodat je camera meer licht opvangt. Door middel van de ISO waarde kunnen, met minder licht toch de gewenste foto’s gemaakt worden zonder te hoeven flitsen of extern licht nodig te hebben. De sensor is dan gevoeliger voor licht.
Maar aan de ISO zitten ook nadelen. ISO kan namelijk ruis in een foto veroorzaken. Ruis zijn digitale foutjes waarbij er lichte pixels tussen de donkere pixels ontstaan waardoor het kleurverloop minder mooi wordt. Vanaf welke ISO waarde er ruis kan komen opspelen is voor elke camera en situatie weer anders. Ikzelf test vaak gewoon in elke situatie hoe hoog ik de ISO-waarde kan zetten zonder ruis te veroorzaken maar toch het gewenste resultaat te krijgen.
Meestal wordt er met de ISO waarde van lichtgevoeligheid 100 gefotografeerd. Op een Nikon is dit vaak 200. De meeste fotografen maken foto’s met maximaal ISO 400 of 500. Op de meeste camera’s zijn er ook nog extremen van ISO 1600, 3200 en mijn camera heeft zelfs HI1 en HI2 die dus nog hoger kunnen. Maar deze extremen worden (bijna) nooit gebruikt. Het zorgt echt ontzettend snel voor ruis.