Interview Hans van den Bogaard
Hans van den Boogaard is vooral een fotojournalist. Binnen dat kader doet hij van alles. Van portretten tot processen fotograferen in het ziekenhuis tot aan opera voorstellingen. Hans zit al de nodige jaren in het vak. Sinds 1979 werkt hij voor Vrij Nederland. Daarnaast werkt hij ook voor de Nederlandse Opera en Hollandse Hoogte. En hij exposeert regelmatig met vrij werk in musea, galerieën, en archieven. Ook heeft hij zelf een enorme collectie van zijn favoriete foto's verzameld. In februari 2015 ging ik bij hem langs voor dit interview.
Wanneer ben je begonnen met fotograferen en hoe ontwikkelde zich dat?
Ik begon met fotograferen toen ik een jaar of tien was. Dit was eind jaren vijftig, serieus eind jaren zestig er gebeurde veel in die tijd. Ik was heel erg geïnteresseerd in acties die er toen gaande waren. Ik wilde er eerst over gaan schrijven maar daar was ik te stom voor, maar het fotograferen ging beter. Dus ik ging foto’s maken, en ontmoette gaandeweg journalisten die dan vroegen of ik mijn foto’s aan hen kon leveren. En hoe ging het vanaf daar dan verder? Nou gaandeweg dat je dan aan het fotograferen bent leer je steeds meer bij. Ik ben vooral veel gaan kijken. Musea bezoeken, want daar kan je heel veel leren. Hoe is het licht gebruikt, compositie en andere dingen. Zo leer je eigenlijk meer van het kijken naar een schilderij dan naar een foto. En dan in de praktijk kunnen brengen wat je gezien hebt. Het is vooral een kwestie van lol erin hebben, en nieuwe dingen willen ontdekken.
Welke opleiding heb je gevolgd voor fotografie en wat vond je daarvan?
Geen, ik heb bijna alles zelf onderzocht en ontdekt
Met wat voor Fotografie houd je tegenwoordig vooral mee bezig.
Eigenlijk wat ik doe is fotojournalistiek. Daar valt natuurlijk van alles onder, mijn theaterfotografie valt daar net zo onder. Ook fotografeer ik ook in ziekenhuizen, maar dan vooral het doen en laten in het ziekenhuis. Bijvoorbeeld als er een nieuwe robot komt op een OK, dan wil een chirurg graag dat er iemand vastlegt hoe hij daarmee bezig is. Je hebt ook de collectie Vrolik vastgelegd, de collectie op sterk water van het AMC? Ja, en binnenkort gaan we weer met een nieuw project beginnen, de honderd mooiste preparaten in Nederland gaan we fotograferen. Om er een boek van te maken. Ik doe dus vooral fotojournalistiek, maar daar valt echt heel veel onder. Dat is af en toe ook wel mijn makken hoor haha. Zo ook mijn fotocollectie die ik verzamel met foto’s die ik mooi vind. Ik doe eigenlijk alleen maar dingen die ik leuk vind, want daarin ligt je hart en dan wordt je ergens ook vanzelf goed in.
Waarom heb je gekozen voor de fotografie als beroep en wanneer?
Op school vroeger was ik eigenlijk nooit zo goed ergens in behalve voor tekenen daar had ik altijd een negen voor. Dus toen vond ik dat ik iets in die richting moest gaan doen, en fotograferen deed ik toen al dus toen ben ik daar maar mee door gegaan. Ik heb ook bij een aantal werkgevers gewerkt maar steeds heel kort. Van mijn 16e tot mijn 19e jaar. Dat was een autobedrijf, een aannemersbedrijf, een fotowinkel en een drukkerij. Maar het was altijd wel iets wat tegen de fotografie aan schuurde. Op een gegeven moment ontmoette ik Willem Diepraam en die zei toen ‘waarom ga je niet voor jezelf beginnen?’ en ja waarom ook niet, ik heb niets te verliezen. Hij heeft mij wel over de drempel geholpen naar de fotografie toe. Ik begon met het vastleggen van het actiewezen. En dan vroegen de bladen of ze mijn foto’s mochten hebben. De grote ommezwaai kwam eigenlijk in 1976, toen maakte ik foto’s in de buurt waar ik woonde. Dit was in de Spaarndammerbuurt in Amsterdam, en de gemeente vond het eigenlijk wel heel erg interessant wat ik deed, dus kreeg ik een flinke subsidie om de buurt vast te leggen. En mede daardoor kon ik een huis kopen en ben in Zwanenburg gaan wonen. Zo had de gemeente ook een keer een fout gemaakt, ze hadden een foto gekocht voor 30 gulden, maar hadden 3000 gulden gestort, dus heb ik daarvan een auto gekocht. Uiteindelijk heb ik elke maand wel weer een bedrag terugbetaald. Dus ik had een huis en een auto, en dat allemaal door de fotografie. In ’80 kreeg ik weer zo’n opdracht, mijn zoon werd geboren in het Wilhelmina ziekenhuis in Amsterdam en toen hoorde ik dat het ziekenhuis weg zou gaan en toen kreeg ik de opdracht om het ziekenhuis vast te leggen. Ik ben toen dus zelf met dit project begonnen en later werd het een opdracht doordat de gemeente Amsterdam het wel wilde hebben. Het is vooral dus zelf ideeën ontwikkelen en ermee aan de gang gaan.
Wie waren toen je begon je idolen, en is zijn die nog hetzelfde als inspiratiebron?
Toen ik begon was mijn idool dus Willem Diepraam, dat was echt één van de beste fotojournalisten. Daarna werd het Cartier Bresson, dat vond ik echt de beste fotograaf ter wereld. Maar ja dat verouderd natuurlijk allemaal, dus daarna kreeg ik weer anderen. Selgado vind ik ook een hele goede fotograaf. In mijn begin tijd was het ook Ed van der Elsken. Daar trok dat hele ruige en harde mij vooral heel erg aan. Maar dat was natuurlijk alleen analoog. Doordat de techniek is veranderd zijn ze nu niet meer mijn inspiratiebron. Nu heb ik niet echt meer zulke idolen, ik volg nu eigenlijk gewoon mijn eigen weg.
Hoe zou jij jezelf als fotograaf omschrijven? Als iemand die…..
Vrolijk in het leven staat. Ontzettend hard werkt, want ik maak heel veel uren. Gedreven, ik ga voor 200 procent op een onderwerp. Zoals nu ben ik dan bezig met een opera en dan ga ik vaak naar repetities om te kijken hoe alles in mekaar zit. En dan krijg ik uiteindelijk drie mogelijkheden om goede foto’s te maken. Na de voorstelling ga ik dan snel naar huis, kijken of ik wat mis en dan kan ik het de volgende keer wel op de foto krijgen. Ik heb wel echt een deadline nodig, dat vind ik fijn ik ben namelijk niet zo’n echte kunstenaar. Dus op een gegeven moment moet het werk ook af zijn en dat is het dan ook, meer kan ik er niet aan doen.
Tijdens het fotograferen waar ben je dan naar op zoek en heb je bepaalde doelen?
Dat is natuurlijk wel afhankelijk van het onderwerp waar ik mee bezig ben. Ik kijk altijd naar de uitschieters. De echte nieuwsfotografie doe ik niet. Als ik toevallig ergens ben waar iets gebeurd en ik zie andere fotografen staan dan doe ik gerust een paar stappen opzij. Die foto wordt dan toch al gemaakt, dus hoef ik die niet meer te doen. Soms zie je het aankomen, dat er iets gaat gebeuren. Als fotograaf moet je de situaties waarin je zit heel goed observeren en dan zie je vanzelf verschuivingen. Het is bijna als de politiek. En dan zie je op een gegeven moment mensen op een bepaalde plek staan en dan denk je, ja dit is mijn foto. Het is meestal meer een gevoel dan dat je het kan beredeneren. De mensen zijn belangrijk in de foto’s, maar natuurlijk ook het licht. En het heeft vaak ook te maken met de plek waar je staat. Zoals die foto van dat meisje in Vietnam die Napalm over haar heen had gekregen. Er stonden daar wel zo’n tien fotografen maar het is net de foto van die ene fotograaf die de beste is. Een meter naar links of naar rechts kan dus al een onwijs verschil zijn. Ook het kader is heel belangrijk. De fotograaf bepaald natuurlijk wat hij de mensen gaat laten zien. De uiteindelijke foto is dus vaak een persoonlijke mening van de fotograaf. Tijdens het fotograferen is de plaats waar je bent, het licht, je plek. Fotografie kun je leren door veel te doen, en veel de delete knop gebruiken.
Wat fotografeer je het liefst?
Ik doe het liefst de wat grotere opdrachten, dus waar ik lang mee bezig ben. Een opdracht voor 5 jaar vind ik juist prachtig. De opdracht van de Spaarndammerbuurt vond ik geweldig. Zo heb ik ook een opdracht gedaan voor het Rijksmuseum, “Vreemde culturen in onze cultuur”, daar ben ik ook zo’n drie jaar mee bezig geweest. Ik moet wel feeling met het onderwerp hebben. En wat voor soort opdrachten vind je dan het leukst? Alles wat met mensen te maken heeft, niet een portret want daar ben je niet zo lang mee bezig. Maar bijvoorbeeld een gezin die je dan in de loop der jaren volgt lijkt me heel erg leuk om te doen.
Wat vind je moeilijk in de fotografie?
Ik ben klein haha. Nee vind niet echt iets moeilijk. Op straat loop ik natuurlijk wel tegen dingen aan maar dat vind ik juist een paradijs van obstakels. Ik vind het ontzettend leuk als het uiteindelijk dan wel gaat lukken. Ik vind het juist niet leuk als alles soepeltjes verloopt. Op het moment is het wel erg lastig om te fotograferen op straat, omdat mensen gaan sputteren zo van ‘waar is het voor of wat ga je ermee doen?’ tegenwoordig moet je zelfs bij sommige bureaus altijd formulieren bij je hebben om mensen voor toestemming te laten tekenen, dat gedoe is niets voor mij. Soms kan het niet anders en dat doe ik wel dan. Merk je ook een verschil in hoe mensen vroeger reageerden ten opzichte van nu? Ja ik merk wel dat het nu weer wat soepeler wordt dan een tijdje geleden omdat nu natuurlijk iedereen fotografeert. Dus ik heb nu ook zo’n klein compact cameraatje daarvoor om dus ongemerkt foto’s te kunnen maken van mensen.
Heb je iets meegemaakt tijdens het fotograferen wat je nooit meer zal vergeten?
Ja wel een aantal dingen. Het meest lullige was eigenlijk toen ik op een gegeven moment was bij Nicolae Ceausescu, de laatste dictator van Roemenië. Ik reed daar in een Hongaarse auto rond, want ik was van Boedapest naar Boekarest gereden. Er was van te voren al gezegd let op: Roemenen zijn niet zo gesteld op Hongaren. Dus ik reed daar rond en op een gegeven moment werd ik beschoten, dat was toch niet zo prettig. Zat er een gat in die huurauto. Ook in Nederland heb ik wel eens dingen mee gemaakt. Ik maakte een reportage over de machinist, dan reed ik mee met hem voorin de trein. En op een gegeven moment stond er iemand op de rails. Nou dat was toch echt niet prettig. Als zoiets gebeurd dan krijgt een trein vrij spoor, dus we reden van Dordrecht door naar Utrecht. En we komen daar aan, en er staat een heel team van hulpverleners die de machinist stond op te vangen. En ik loop eruit en ga naar huis toe. Toen werkte ik al voor vrij Nederland, en ik werd een half uur daarna gebeld of ik mijn foto’s al klaar had. Dus ik echt zo van nou ik heb net wat vervelends meegemaakt, maar de vraag bleef toch hoe laat ze dan toch echt zouden komen.
Hoe bereid je je voor op een opdracht?
Soms doe ik daar dus heel lang over, zoals die opera bijvoorbeeld. Dan ga ik dus veel naar repetities kijken. Als ik portretten ga maken dan ga ik over ze lezen. Wie ze zijn en om ook een beetje te kunnen zien hoe ze eruit zien. Ik probeer mensen altijd de vangen zoals ze zijn. In een half uurtje is dat natuurlijk lastig. Maar als je wat langer de tijd hebt zie je op een gegeven moment typische uitdrukkingen en die probeer ik dan te vangen. Al het kan probeer ik dus zo veel mogelijk te lezen van te voren. Ik probeer altijd iemands karakter te laten zien op de foto. Tegenwoordig zijn er veel fotografen die bij het maken van een foto niet alleen de gebeurtenissen of persoon laat zien, maar ook door allerlei trucjes zichzelf laat zien. Maar dat wil ik juist niet.
Werk je vaak vanuit opdrachten of vanuit vrije reportages en ideeën?
Veel projecten begin ik zelf en dan worden die uiteindelijk vaak een opdracht. Dat kan dan een uitgever, een krant of een tijdschrift zijn. Veel is wel eigen werk, maar ik krijg ook vaak wel opdrachten door de telefonisch of per mail. Ik maak natuurlijk niet alleen maar fantastische foto’s, maar soms ook gewoon prut dingen die gewoon snel gebruikt moeten worden. Eigenlijk is 80 procent van mijn werk allemaal opdrachten die ik doe omdat het geld oplevert. Ik vindt het allemaal op zich wel leuk anders zou ik het niet doen, alleen is het niet altijd interessant.
Wat is nou jouw moment dat je een foto maakt? En hoe kies je dat?
Dat is wel heel moeilijk te benoemen. Voor mij moet er echt iets geks in zitten. Een foto hoeft niet perfect te zijn, hij mag zelfs van mij onscherp zijn. Maar er moet iets in zitten dat je op een ander been gezet wordt. Dat lukt meestal niet maar ik probeer het wel. Dat mensen mijn foto zien en denken ‘he wat zie ik daar nou?’ dat vind ik het leukst. Er hoeft wat mij betreft niet meer echt een boodschap in te zitten. Vroeger werkte ik vooral voor de linkse media en daar moest dat wel.
Welke gevoelens ken je tijdens het fotograferen?
Pfoe… Eigenlijk heb je daar niet echt tijd voor. Je bent vooral aan het kijken. Ook de techniek neemt een hoop aandacht af. Ik ben wel rustig, als je opgewonden raakt maak je geen goede foto’s meer. Dus je moet ook echt goed op je ademhaling letten. Je zit lekker beschermd achter de camera. Het is niet met open vizier strijden. Ervaar jij ook wel eens die macht, dat je de baas bent over wat er op een foto komt? Ja in principe weet niemand wat je maakt. Daarom kan fotografie soms voor veel mensen beangstigend zijn.
Werk jij vanuit bepaalde vaste regels in je fotografie?
Als je aan het fotograferen bent moet je wel al in je achterhoofd hebben hoe het er in de donkere kamer of op het beeldscherm ongeveer uit gaat zien. Van te voren moet je dus eigenlijk al een idee hebben wat het uiteindelijk gaat worden. Als echte documentaire fotograaf mag je niet echt gaan manipuleren. Je mag niet dingen erbij gaan knoeien in de foto. Zo was er een aantal jaar geleden een fotograaf die een tuin had gefotografeerd in Zandvoort waar een hert in stond, maar had vervolgens met Photoshop de hele tuin met herten vol gezet. Daar is men achter gekomen en toen is hij ontslagen. Je mag als fotograaf geen nieuws scheppen. En zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen. Tegenwoordig zijn er steeds meer kranten en tijdschriften die het origineel erbij willen hebben voor de zekerheid. Ik werk vaak met stand P, dan kan je nog wel instellingen veranderen, maar dan staat in ieder geval wel iets vast. Anders wordt het veel te veel werk met steeds alle instellingen per foto te moeten bewerken.
Wat vind jij waar een goede foto aan moet voldoen om indruk te maken? Of hangt dat ook af van de categorie?
Ja dat wel. Maar een goede foto daar moet je een beetje lang naar kunnen kijken. Als mensen lang er naar blijven kijken en bij een tentoonstelling stil blijven staan dat het dan wel een goede foto is. Niet dat ze doorlopen. Dat is ook waarom je iets fotografeert, om het te publiceren of voor een expositie en niet om het in een doos te laten liggen. Is het dan ook het onderwerp dat goed moet zijn? Jawel, maar het onderwerp heb je natuurlijk niet altijd in de hand. Licht is natuurlijk heel belangrijk, maar soms moet je het gewoon doen met de omstandigheden die je in handen hebt. Als het pokkenweer is moet je het ook gewoon doen. Als een krant of een tijdschrift je een opdracht heeft gegeven moet je die gewoon uitvoeren, ongeacht welk weer het is. Je kan ze niet laten wachten omdat het weer niet goed was. Dat zei ik ook wel eens tegen de studenten op de Koninklijke academie waar ik les gaf. Maar hoe los je zoiets dan op? Als dus eigenlijk het licht van de omgeving niet goed is? Tijdens het fotograferen kun je al heel veel beïnvloeden. Je kan natuurlijk een flitser gebruiken en de instellingen op de camera aanpassen. Ik vind het het leukste als er in een foto een switch in zit dat mensen denken van ‘hè wat zie ik daar nou?’. Is het dan iets wat jij interessant vind en dat dan met anderen wilt delen? Ja daar ga ik meestal wel vanuit. Het is uiteindelijk intuïtief. Op een foto moet je niet te veel laten zien. Beter te weinig dan te veel. En dat is weer deels dat manipuleren, de fotograaf bepaald wat hij de kijker wil laten zien. Fotografie is eigenlijk heel oneerlijk, de fotograaf kan bepalen wat er in het nieuws komt.
Heb je wel eens een fotomoment gemist waar je nu nog steeds wel eens aan denkt?
Dat zijn er veel. Ik denk wel 90 procent. Het is vaak gewoon doorgaan. Je went er eigenlijk wel aan dat je iets net mist. Ik heb wel een voorbeeld. Ik was in de tweede kamer bezig want er was een crisis in het kabinet geloof ik. Ik was met een andere fotograaf en die liep daar bijna dag en nacht rond. Op een gegeven moment tegen zessen zei hij van kom laten we wat gaan eten. En toen we om acht uur terug kwamen, was het kabinet gevallen. Dus dat was wel echt een misser. Zulk soort dingen gebeuren wel. Is het dan ook veel wachten? Ja zeker, in de fotojournalistiek is het heel veel wachten en veel kijken natuurlijk. Als ik dan wat heb gemist dan kan ik daar soms wel om lachen. Dan denk ik eikel tsjonge jonge wat stom.
Wat is volgens jou het verschil tussen een snapshot en een goede foto?
Nou het woord zegt het al. Een snapshot is even snel tussendoor gemaakt. En een goede foto is over nagedacht. Maar kan er tussen een snapshot een goede foto zitten? Ja natuurlijk kan dat maar als je alleen maar door blijft schieten dat werkt niet. Ik heb mijn camera ook nooit op de motor staat, ik kies zelf het moment dat ik afdruk. Maar door blijven schieten dan richt je op het toeval. Een goede foto wordt meestal niet alleen maar in een reeks geschoten. Er wordt bij een goede foto heel bewust nagedacht wat er gebeurd op het moment. Achter een goede foto zit meer tijd, aandacht, techniek en research. De delete knop moet je veel gebruiken.
Wat is de gouden tip voor een beginnende fotograaf? Want mensen verklaren mij voor gek dat ik in deze tijd fotografie wil gaan studeren en er geen brood mee te verdienen valt, hoe zie jij dat?
Je moet gepassioneerd zijn. Kritisch zijn en een beetje gek. Je moet heel goed weten wat je wilt doen. Achter je werk staan is ook heel erg belangrijk. Je moet je niet laten afwijzen door een docent die zegt dat hij het niets vindt. Je leert meer als je dingen zelf doet dan aan het handje met iemand mee lopen. Dus je moet niet altijd voldoen aan de wensen van een docent, die willen alleen maar dat jij foto’s maakt zoals zij dat ook doen. Uiteindelijk zal er echt niemand aan jou vragen of je een fotografie diploma hebt.
Veel leren voor jezelf is veel belangrijker dan uiteindelijk dat papiertje halen. Dus veel stages lopen, de techniek goed leren en leren hoe je als fotograaf in een groep, b.v. een redactie, moet werken.
En over hoe het nu is als fotograaf te zijn, tsja. Als het in de economie slecht gaat, gaat het in de fotografie ook slecht. De kranten hebben geen geld over voor foto’s en maken gebruik van de gratis foto’s die ze op internet kunnen krijgen. Maar het gaat nu wel weer beter in de fotografie, mensen krijgen weer meer waardering voor een mooie foto.
Met wat voor materiaal werk je (bijna) altijd?
Met mijn twee Canons en zoomlenzen 28-70 en 70-200mm. En voor de wat moeilijkere fotografie heb ik een digitale Hasselblad. En voor het snapshot werk heb ik een fuji pro compact camera. Soms gebruik ik flitsers, maar dat is natuurlijk afhankelijk van het licht. Bij theater fotografie kun je niet flitsen, bij portretten doe ik dat vaak wel. Maar dan heb ik hem meestal los van de camera.
Wat is jouw favoriete foto ooit en waarom?
Pfoe. Dat zal je eigenlijk nog verbazen. Dat is een foto van Edward Weston. Hij is eigenlijk geen documentaire fotograaf. Maar dat vind ik echt een ontzettend spannende foto. Het is eigenlijk een hele idiote foto.
Als je drie foto’s mag kiezen uit je complete fotobibliotheek wat zijn dan je favorieten en waarom?
Dat vind ik zo moeilijk, heb er eigenlijk wel meerdere.
Maak deze zin af: fotografie is voor mij……
Mijn leven. Privé en werk loopt heel erg door mekaar heen. één dag niet gefotografeerd is niet geleefd (uitspraak van Eva Besnyo).
Hieronder de persoonlijke favorieten van Hans van den Boogaard van zijn eigen hand.